Op zoek naar het nieuwe evenwicht tussen werk en privéleven

Het blijkt ondertussen zowat een evidentie te zijn dat elke professional 24/7 beschikbaar is. Logisch, want de meeste klanten eisen van bedrijven dat ze ten alle tijde beschikbaar zijn voor antwoorden en oplossingen. Maar die continue beschikbaarheid weegt wel zwaar door op het dagelijkse leven van een mens en kan in de slechtste gevallen zelfs tot een burn-out leiden. We moeten dan ook op zoek naar een balans tussen leven en werk, maar dewelke? En hoe ga je daar dan best mee om?

Het toverwoord vroeger was de ‘work-life balance’, maar die wordt steeds vaker vervangen door de ‘work-life fluency’ – een heel andere manier om naar het 24/7-fenomeen te kijken.

Voordien werd vooral gezocht naar een evenwicht tussen de werkuren enerzijds – denk zo’n 8,5 uur op de werkplaats en +/- 1,5 uur thuis-werkverkeer – en de ‘vrije’ tijd daarbuiten. Als je bedenkt dat je van de 16 uren die je normaal gezien wakker bent in dit model maar liefst 11 uur aan het werk bent, dan wordt het zwaar om tijdens de resterende 5 uur ook nog intensief bezig te zijn met je projecten … 


Met de komst van smartphones, tablets en laptops zijn we nu bovendien écht ‘anytime, anyplace, anywhere’ bereikbaar. Tijd dus om naar een ander model op zoek te gaan. En daar komt ‘work-life fluency’ om het hoekje kijken.

Basisidee van die ‘fluency’ is dat je je werk- en privé-uren niet meer in blokken opdeelt, maar ze in elkaar laat overlopen. Zo kan je bv. buiten de kantooruren werken, maar kan je tegelijkertijd tijdens de kantooruren tijd vrijmaken voor een doktersbezoek of een uurtje in de sportschool. Het is dus niet langer een of/of-verhouding maar een en/en.

Deel je werk- en privé-uren niet langer op in blokken, maar laat ze in elkaar overvloeien.

Dit speelt ook in op de groeiende vraag van werknemers om efficiënter en flexibeler te werken. Dat geldt niet alleen voor mensen die graag vroeg op kantoor zijn tegenover mensen die liever laat werken, maar ook de effectiviteit van hetgeen je aan het doen bent. Een uurtje solitaire spelen op kantoor omdat er gewoonweg even geen werk is, is niet bepaald motiverend en ook allesbehalve goed voor de bedrijfsresultaten. Stel nu dat je dat uurtje iets voor jezelf doet en dat later op de dag of week weer inhaalt? Klinkt toch al een stuk beter, niet?

Als werkgever impliceert deze nieuwe manier van werken niet alleen dat je je werknemers de nodige tools aanbiedt om ook buiten de werkplek aan de slag te kunnen, maar ook dat je rekening houdt met de verschillende persoonlijkheden van je werknemers.


Het evenwicht tussen werk en privéleven ligt immers voor iedereen anders. Je kan dus niet één bepaald model creëren, maar wel iedereen de autonomie geven om zelf te beslissen hoe ze met die balans willen omgaan.

Het voelt voor veel werkgevers wat onwennig aan om de controle los te laten, maar dat kan je makkelijk oplossen door duidelijke afspraken te maken. Bepaal bv. heel concreet welke taak tegen wanneer klaar moet zijn en hoe daarover gerapporteerd wordt. Spreek ook concrete tijdstippen af wanneer iemand sowieso beschikbaar en/of bereikbaar moet zijn.

Leg duidelijke doelstellingen vast en bepaal concreet wanneer iemand bereikbaar moet zijn.

Die concrete afspraken helpen ook die mensen die het wat moeilijker hebben om volledig autonoom te werken. Als leidinggevende moet je ook daarin je mensen begeleiden en coachen.


Last, but not least: vertrouw op je mensen. Flexibel werken vereist nu eenmaal vrijheid, autonomie en vertrouwen. Als je weet dat mensen die flexibel mogen werken niet alleen beter slapen en gelukkiger zijn, maar dat ze ook beter presteren op het werk – zowel kwantitatief als kwalitatief – dan is er geen enkele goede reden meer om deze nieuwe manier van werken ook eens uit te proberen!